Problemen

Suzuki fruitvlieg

Drosophila Suzukii is de Latijnse naam voor de Suzuki fruitvlieg. Deze vlieg is ontdekt in Japan in 1916, en sinds 2008 in Europa. Inmiddels komt deze vlieg in heel Europa voor. In 2014 is aantasting door deze vlieg in alle Europese landen gemeld. Waaronder bij rode druivensoorten, maar ook in witte wanneer er geen aantrekkelijkere vruchten aanwezig zijn. Wereldwijd wordt onderzoek gedaan hoe deze fruitvlieg onschadelijk te maken.

Het mannetje heeft een zwarte vlek aan de bovenkant van zijn vleugels (vergrootglas) en is 2 millimeter groot. Het vrouwtje is 2 tot 3 millimeter groot en heeft geen zwarte vlekken. Het vrouwtje heeft een legboor en is in staat door de schil van de druif te boren. Dit kunnen niet alle fruitvliegjes.

Suzuki fruitvlieg

Eigenschappen:
  • Vrouwtjes hebben legboor en leggen eieren in rijpend fruit
  • Larvenvraat faciliteert azijn => vinificatieprobleem
  • Beschadiging van de druif geeft vervolgschade door schimmels (botrytis) en door andere insecten
  • Ei-leg per wijfje 7-16 per dag, in 3-9 weken maximaal 384 eieren
  • Ei-leg in ochtend en namiddag tot schemering vanaf ongeveer april/mei
  • Druiven zijn aantrekkelijk bij > 50 oechsle
  • Van ei tot fruitvlieg vanaf 8 dagen, maar gemiddeld 20-30 dagen
  • Wordt actief vanaf 10 graden Celsius, maximale activiteit tussen 20-25 graden Celsius. Sterven eerder of worden onvruchtbaar bij temperaturen boven de 30 graden Celsius.
  • Kunnen vorst overleven, in diepvries sterven alleen de larven maar eieren overleven
  • Bij gebrek aan vruchten wordt overgeschakeld naar hars van eik of den
  • Sperma kan door vrouwtje worden opgeslagen voor later gebruik
  • Vlieg houdt van schaduw en is vooral te vinden bij bosranden, hagen, bij water, in buurt van woonwijken etc.
  • Vlieg eet van kapotte vruchten (bijvoorbeeld gevallen fruit) maar zet eieren af in gezonde vruchten

Wat te doen:
  • Monitoren: onderzoek of er vliegen zijn door middel van vallen met lokstof
  • Wijngaardhygiëne: geen druivenafval laten liggen, geen composthoop in buurt, gevallen appelen opruimen, idem met wilde bramen etc. Blad en snoeihout in winter keren.
  • Wijngaardteelt: goede bemesting, gehalte Calcium/silicium (sterke druif, harde schil), beschadigde bessen verwijderen, op tijd voldoende blad verwijderen, druiven moeten vrij hangen (minder vocht, minder schaduw) omdat de vliegen niet van zon houden.
  • Bestrijding: plaats vallen, lokpotjes in beschutte randdelen van de wijngaard om de 20 meter. Maandelijks verversen
  • Lokstof: appelsap of appelcider, wijn, water met gist en suiker en druppeltje zeep (verlaging oppervlaktespanning). Potjes met zwart deksel (schaduw) lijken voorkeur te hebben.
  • Oogst: verwijder en vernietig aangetaste druiven